Inleiding

Dit programma omvat de taakvelden 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie, 6.2 Wijkteams, 6.3 Inkomensregelingen, 6.4 Begeleide participatie, 6.5 Arbeidsparticipatie en 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO). Verder zijn er taakvelden voor Maatwerk-dienstverlening (6.71 en 6.72) en Geëscaleerde zorg (6.81 en 6.82).

Ook in de komende periode is het uitgangspunt van ons handelen dat we de zelfredzaamheid en participatie van Eindhovenaren zoveel mogelijk versterken, dat mensen die dat nodig hebben passende ondersteuning krijgen en dat niemand tussen wal en schip valt. Om er voor te zorgen dat we deze doelstellingen duurzaam kunnen realiseren, is het noodzakelijk dat we de kosten in het sociaal domein terugdringen. Dit heeft in deze begroting dan ook onze allerhoogste prioriteit. We schetsen in deze inleiding eerst de context en de sturingsfilosofie van de afgelopen periode en daarna onze aanpak om tot directe bijsturing te komen om de financiële tekorten het hoofd te bieden.

Waar staan we nu?
Sinds 2012 is de visie WIJeindhoven de leidraad van onze aanpak ik het sociaal domein. Deze visie gaat uit van het centraal stellen van de leefwereld van een inwoner. Oplossingen moeten zoveel mogelijk gevonden worden in het normale leven (sociale basis), basisvoorzieningen moeten hiertoe worden versterkt. Iedere inwoner is uniek en heeft daarom bij ondersteuning zijn eigen maatwerk nodig. Geredeneerd vanuit de leefwereld wordt de inwoner ondersteund door één generalist, die samen met de inwoner een plan maakt dat ertoe moet leiden dat een inwoner zo snel mogelijk weer zelfredzaam is. Inzet wordt als eerste gezocht in de sociale basis. Als dat niet toereikend is, geeft de generalist zelf ondersteuning. Als dat ook ontoereikend is, kan de specialistische tweede lijn worden ingezet door de generalist.

Werkend vanuit de visie WIJeindhoven hebben we de afgelopen periode de strategie gekozen om ons te richten op het versterken van laagdrempelige ondersteuning, dichtbij mensen in de wijk (sociale basis). Daarnaast hebben we gewerkt aan de versterking van de positie van de generalisten. Deze versterking is een noodzakelijke voorwaarde voor een afbouw van specialistische (2e lijns) ondersteuning. Om dit te realiseren hebben we initiatieven in de sociale basis ondersteund en versterkt (met name middels financiering) om de mogelijkheden tot sociale ondersteuning in de wijken uit te breiden.
Voor het versterken van de positie van de generalisten van Stichting WIJeindhoven hebben we ze middels oprichting van de stichting een onafhankelijke positie in het veld gegeven. Daarnaast hebben we de taakoverdracht richting de generalistenteams grotendeels afgerond (m.u.v. de toegang complexe doelgroepen en samenlevingsopbouw) zodat zij ook daadwerkelijk hun integrale taak op zich kunnen nemen. Daarmee hangt samen dat er veel geïnvesteerd is in kennisontwikkeling bij de generalisten. Daarnaast is de samenwerking tussen Stichting WIJeindhoven en onderwijs, huisartsen, wijkverpleegkundigen verstevigd.

Ondanks onze wens vooral te focussen op de versterking van de sociale basis en de eerste lijn, hebben we moeten constateren dat er toch ook veel aandacht is gegaan naar de specialistische ondersteuning. Het goed laten landen van de decentralisaties vroeg veel tijd. Ondersteuningstrajecten die liepen moesten gewoon doorgang kunnen vinden en nieuwe vragen moesten direct kunnen worden opgepakt. De inkoopcontracten hebben we ingestoken om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen. In 2015 zijn we gestart met ontwikkeltafels om enerzijds knelpunten op te lossen en anderzijds de innovatie in de tweede lijn aan te jagen en afbouw daar te faciliteren. Inmiddels voeren we per 1-1-2018 een forse aanscherping van de contracten door, die leidt tot betere en scherper gedefinieerde producten en meer passende tarieven.

De insteek van onze aanpak is geweest om met versterking van de sociale basis en facilitering van de eerste lijn we de beweging naar minder specialistische ondersteuning en meer inzet sociale basis en eerste lijn zouden kunnen realiseren. We hebben echter moeten constateren dat enerzijds het onvoldoende gelukt is de sociale basis en de eerste lijn voldoende in positie te brengen. Alternatieven zijn hier nog onvoldoende ontwikkeld en benut. Anderzijds vraagt onze huidige financiële positie om meer directe sturing op de tweede lijn (en eerste lijn) om de specialistische ondersteuning af te bouwen. Alle sturingsinstrumenten worden ingezet om ook op lange termijn de benodigde ondersteuning voor onze inwoners te blijven garanderen. Inwoners zullen bijvoorbeeld te maken krijgen met meer mogelijkheden in de sociale basis, meer ondersteuning door generalisten en kortere trajecten van specialistische ondersteuners waar dat mogelijk is.

Een belangrijke constatering is ook dat onze informatievoorziening nog onvoldoende op orde is. Daardoor hebben we te laat gezien dat de ontwikkelingen zo uit de pas lopen, interventies en bijsturing zijn daarmee te laat op gang gekomen.

Wat is de meerjarenagenda?
Werken aan preventie is en blijft een centraal aandachtspunt. Daarin kan veel gewonnen worden als het bijvoorbeeld gaat om de enorme schuldenproblematiek waar we in deze stad tegenaan lopen (ook een landelijke trend). Ook inclusieve voorzieningen in een inclusieve wijk waar plek is voor iedereen, passend onderwijs en een inclusieve arbeidsmarkt zijn erg belangrijk. Inclusieve wijken hebben ook een erg belangrijke rol in het mogelijk maken van uitstroom uit voorzieningen zoals beschermd wonen of andere vormen van verblijf. Hierin zien we ook de invulling van onze inclusie agenda, gekoppeld aan het VN verdrag voor de rechten van personen met een beperking.

De aanpak van het versterken van de sociale basis en eerste lijn om de tweedelijns ondersteuning te doen afnemen heeft nog onvoldoende resultaten opgeleverd. Dit leidt ertoe dat we per direct strak moeten gaan sturen op de tweede lijn, maar ook op de toegang naar deze tweede lijn bij stichting WIJeindhoven. Ook op de toegang naar de jeugdwet via andere verwijzers dan de generalisten heeft hierin onze aandacht.

We zetten onze visie WIJeindhoven daarbij nog steeds centraal. De inwoner moet centraal blijven staan, we blijven werken aan maatwerk, gebiedsgericht, dichtbij mensen, één plan per huishouden en mensen moeten keuzevrijheid hebben. Maar we gaan wel ingrijpen in de manier waarop we dat hebben georganiseerd. We gaan zaken vooral versimpelen en waar mogelijk efficiënter organiseren.

Daartoe hebben we een ambitieus maatregelenpakket ingezet. Deze maatregelen richten zich op het versnellen van het bereiken van de verwachtte effecten van de visie WIJeindhoven. Door deze ingreep kunnen onze uitgaven worden teruggedrongen met naar verwachting ongeveer €19,5 miljoen in 2018, oplopend tot ruim €30 miljoen in 2021. De maatregelen zijn onder te verdelen in een aantal lijnen:
·   Keten participatie beter laten lopen waardoor uitstroom uit de participatiewet stijgt. Of inzet uit de tweede lijn (deels) vervangen met inzet in de sociale basis. Met deze groep maatregelen verwachten we een terugdringing van de uitgaven van ruim €4,5 miljoen in 2021 te kunnen realiseren.
·   Specialistische zorg daar waar het kan vervangen door alternatieven in sociale basis. Dit zal naar verwachting een terugdringing van de kosten van ongeveer 3 ton opleveren in 2018, oplopend naar ongeveer €1 miljoen in 2021.
·   Meer regie op de eerste lijn (stichting WIJeindhoven) en specialistische ondersteuning in de tweede lijn. Deze maatregelen kunnen naar verwachting de uitgaven terugdringen met ruim €15 miljoen in 2018, oplopend naar €25 miljoen in 2021.
·   Randvoorwaardelijke maatregelen zoals sturingsinformatie op orde, administratie en ICT op orde en begroting op orde. Vooral gericht op meer grip krijgen op het sociaal domein. Deze maatregelen zijn randvoorwaardelijk en leveren geen directe besparingen op.

De geraamde opbrengsten van het maatregelenpakket zijn ambitieus en behelzen dus een risico. De overschrijdingen in het sociaal domein worden zoveel als mogelijk binnen dit domein opgevangen. Wij presenteren daarbij een integrale begroting waar in de breedte afwegingen gemaakt worden.

Agenda 2018
Vanuit het programma participatie staat het verkleinen van de instroom en vergroten van de uitstroom uit de participatiewet centraal, dit is een van de grootste prioriteiten de komende jaren. Daarnaast staan het invulling geven aan de banenafspraak en beschut werk, signaleren en handhaven en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt centraal in onze aanpak de komende jaren. Vanuit onderwijs (taakveld 4) zetten we verder in op de aanpak volgens ons SPIL-concept en taalonderwijs (volwassenen).

In de sociale basis kunnen nog meer inwoners worden ondersteund voordat er sprake is van betaalde eerste of tweede lijns ondersteuning. We stimuleren actief de ontwikkelingen van alternatieven in de sociale basis voor begeleiding en dagbesteding, en de preventieve aanpak van problematische schulden. Juist door preventief ondersteuning te bieden vanuit de sociale basis kunnen voor inwoners grotere problemen voorkomen worden. Daarnaast helpen alternatieven in de sociale basis doordat de generalisten worden ontlast en daarmee in staat worden gesteld meer tijd te besteden aan het bieden van ondersteuning en begeleiding vanuit de eerste lijn.

Naast meer inzetten op voorzieningen in de sociale basis, staat strakkere sturing op stichting WIJeindhoven en het beter toerusten van generalisten centraal. De sturing op de stichting zal mede vorm gegeven worden door meer inzicht in wijkbudgetten. Ander belangrijk aandachtspunt is dat de generalisten werk nog veel meer centraal zetten als katalysator voor veel andere leefdomeinen. We rusten de generalisten beter toe met instrumenten om kostenbewustzijn te ontwikkelen, we ontwikkelen de steunwijzer door en positioneren de expertiseschil nadrukkelijker. Daarnaast zal de komende periode veel aandacht zijn voor het verbeteren van de samenwerking tussen de stichting en andere partijen in de wijk, zoals huisartsen, onderwijs. Daarin zit ook de inzet om zij-instroom in specialistische ondersteuning vanuit medisch verwijzers te beperken. Op deze manier gaat de stichting beter sturen op ‘de grote geldstroom’ van de 2e lijns voorzieningen. Ook over een efficiënte en effectieve inzet van de stichting zelf (de kleine geldstroom) maken we heldere afspraken.

Veel aandacht zal uitgaan naar het terugdringen van de instroom in specialistische ondersteuning jeugd. Dit gebeurt onder andere via het vergroten van het aanbod van pleegzorg, preventie via opvoedondersteuning, maatwerk om de overgang 18-/18+ beter te laten verlopen en het voorkomen en snel ingrijpen bij crisissen. Daarnaast treffen we maatregelen om te voorkomen dat instroom vanuit het medisch en juridisch domein leidt tot onnodige hoge kosten en gemiste inhoudelijke kansen.

Vanuit de WMO ligt de nadruk, naast bovengenoemde maatregelen, de komende periode op minder instroom en meer uitstroom uit beschermd wonen. Dit doen we door de inzet van een tussenproduct dat zwaardere begeleiding in de thuissituatie mogelijk maakt. Daarnaast bereiden we ons voor op de doordecentralisatie van beschermd wonen/maatschappelijke opvang en werken we aan het opgang krijgen van innovatie bij aanbieders. Ook het beter laten werken van de keten van de zwaarste voorzieningen naar overige specialistische ondersteuning heeft prioriteit. Andere aandachtspunten zijn een betere samenwerking tussen zorgverzekeraars, gemeenten en ggz en het inzetten van resultaatfinanciering voor huishoudelijke hulp.

De financiële problematiek onder inwoners van onze stad is een van de grootste prioriteiten voor de komende periode. We zetten in op het uitrollen van de innovatieve experimenten uit de citydeal Inclusieve Stad, het inzetten van vroegsignalering in samenwerking met partners en budgetbeheer/budgetcoaching in de wijk organiseren in het kader van preventie.

In 2018 gaan we sturing en beheersing binnen de WMO en Jeugdwet strakker vormgeven. We hebben laten onderzoeken wat daarvoor nodig is. Daaruit blijkt onder andere dat we niet ontkomen aan een aantal stevige ingrepen, zoals op het gebied van budgetbeheersing. Dit stelt ons in staat om meer grip op het zorgaanbod te krijgen en anderzijds helpt dit ons om in partnerschap met aanbieders de gewenste ontwikkeling op gang te krijgen en daadwerkelijk de verschuiving van 2e naar 1e naar 0e lijns zorg mogelijk te maken. Hierbij maken we gebruik van ervaringen van andere gemeenten. Waar me met aanbieders komen tot afspraken over budgetbeheersing, borgen we dat deze niet leiden tot onaanvaardbare wachttijden.

Het maatregelenpakket en overige prioriteiten voor de komende jaren zijn integraal in deze begroting verwerkt. Bij de uitwerking en realisatie van de aanpassingen en beleid en uitvoering die doorgevoerd gaan worden nemen we het dringende advies van de cliëntenraad Sociaal Domein om de ervaringsdeskundigheid van inwoners hierin te betrekken graag ter harte.